Groep 6: belangrijke leerstof en tips om thuis te oefenen
Ontdek hier precies wat je kind leert in groep 6. Maak gebruik van gratis oefenbladen, uitlegvideo’s, tips en onze oefenboeken.
Gratis oefenbladen voor groep 6
Download de oefenbladen en start meteen met oefenen. Je krijgt de oefenbladen (PDF) direct in je mailbox.
Oefenbladen Groep 6 Rekenen (Gratis)
Oefenbladen Groep 6 Taal (Gratis)
Oefenbladen Groep 6 Begrijpend Lezen (Gratis)
Blogs
Begrijpend lezen groep 6: uitleg en oefeningen voor kinderen
In groep 6 wordt begrijpend lezen een steeds grotere uitdaging. Teksten worden langer, moeilijker en bevatten meer informatie die kinderen zelf moeten verwerken. De focus ligt niet alleen op wat er staat, maar vooral op … Lees meer
Rekenmuurtje groep 6: oefenen + tips voor een sterke basis
In groep 6 leer je steeds moeilijkere sommen, en soms kan dat best spannend zijn. Gelukkig zijn er handige manieren om het rekenen makkelijker te maken. Eén daarvan is het rekenmuurtje. Het klinkt misschien een … Lees meer
Oefenboeken
Veelgestelde vragen Groep 6
De start van de bovenbouw
In groep 6 start een nieuwe fase op de basisschool: de bovenbouw. Kinderen bouwen voort op wat ze in groep 5 hebben geleerd en gaan aan de slag met complexere opdrachten. De eerste weken wordt nog wat herhaald, maar al snel volgt nieuwe leerstof. Zo maken veel leerlingen in dit schooljaar voor het eerst kennis met breuken en krijgen ze grotere verantwoordelijkheden bij het plannen van hun werk.
Vaardigheden die kinderen helpen bij het leren
De laatste jaren besteden scholen steeds meer aandacht aan de zogenoemde executieve functies van kinderen.
Executieve functies zijn vaardigheden die kinderen helpen om hun gedrag, emoties en aandacht te sturen. Ze zorgen ervoor dat een kind kan plannen, zich kan concentreren, emoties kan beheersen en flexibel kan omgaan met veranderingen.
Een voorbeeld hiervan is emotieregulatie: het kunnen omgaan met gevoelens als boosheid of teleurstelling. Ook taakinitiatie is een belangrijke vaardigheid: het vermogen om zelfstandig aan een taak te beginnen en die tot het einde toe af te ronden.
Daarnaast speelt flexibiliteit een grote rol. Dit gaat over hoe een kind reageert op veranderingen of tegenslagen. Kan het een andere aanpak bedenken als iets niet lukt? En kan het zich aanpassen aan nieuwe situaties?
In totaal zijn er elf verschillende executieve functies. Meer informatie hierover vind je op de website van SLO.
Executieve functies in groep 6
In groep 6 besteden scholen vaak extra aandacht aan twee belangrijke executieve functies: plannen en organiseren, en timemanagement.
Je kind leert in dit schooljaar om een weektaak zelfstandig te plannen en ervoor te zorgen dat alle opdrachten aan het einde van de week klaar zijn. Daarbij leert het onderscheid te maken tussen wat belangrijk is en wat kan wachten, én om een handige volgorde te bedenken voor het uitvoeren van taken.
Wanneer een weektaak nog te groot of onoverzichtelijk lijkt, helpt de leerkracht door deze op te delen in kleinere dagtaken. Ook thuis kun je dit doen door grotere opdrachten in kleinere stukjes te verdelen, zodat het overzicht en het zelfvertrouwen van je kind groeien.
Plannen en tijdsindeling
In groep 6 leren kinderen steeds beter omgaan met hun tijd. Dat noemen we timemanagement. Veel kinderen vinden het nog moeilijk om in te schatten hoeveel tijd ze nodig hebben voor een opdracht, en dat is heel normaal.
Je kind krijgt in dit schooljaar vaker te maken met grotere taken, zoals een werkstuk, boekverslag of spreekbeurt. Daarbij helpt het om samen te bekijken wanneer iets af moet zijn en hoeveel tijd het kost om eraan te werken. Bespreek ook op welke dagen je kind eraan wil werken en hoe vaak het wil oefenen.
Een duidelijk werkrooster kan helpen om overzicht te houden. Herinner je kind er af en toe aan om zich eraan te houden, maar geef ook ruimte om te leren van wat niet lukt. Als iets meer tijd kost dan gedacht, is dat juist een goed moment om te ontdekken hoe het de volgende keer anders kan. Zo ontwikkelt je kind stap voor stap gevoel voor timemanagement.
Leren leren in groep 6
In groep 6 wordt veel aandacht besteed aan het leren leren. Dat betekent dat je kind leert hoe het nieuwe informatie kan begrijpen, onthouden en gebruiken. De leerkracht gebruikt hierbij vaak onderdelen uit het vak oriëntatie op jezelf en de wereld, zodat kinderen stap voor stap wennen aan het maken van huiswerk.
Zo krijgt je kind bijvoorbeeld opdrachten over topografie mee naar huis. De bedoeling is dat het thuis de stof leert en op school een toets maakt om te laten zien wat het heeft onthouden.
Het vak oriëntatie op jezelf en de wereld bestaat uit verschillende onderdelen. De vroegere vakken aardrijkskunde, geschiedenis en biologie maken daar nu deel van uit. Ze worden tegenwoordig ruimte, tijd en natuur en techniek genoemd.
Ook mens en samenleving hoort bij dit vak. Hierbij leren kinderen meer over zichzelf, hun klasgenoten en hun omgeving, en is er aandacht voor onderwerpen als welzijn en verkeer.
Lesaanbod in groep 6
In groep 6 wordt het lesaanbod breder en uitdagender. De zogenaamde zaakvakken krijgen dit jaar een belangrijkere plek op het rooster. Het vak oriëntatie op jezelf en de wereld speelt daarbij een grote rol. Binnen dit vak vallen de onderdelen ruimte (aardrijkskunde), tijd (geschiedenis), natuur en techniek (biologie) en mens en samenleving (onder andere verkeer). Sommige scholen starten in groep 6 ook met Engelse les.
Bij ruimte (aardrijkskunde) staat Nederland centraal. Waar in groep 5 al een begin werd gemaakt, verdiept je kind zich nu verder in de verschillende landschappen, grondsoorten en het thema ‘Nederland als waterland’. Ook de topografie komt aan bod: de provincies, hoofdsteden, rivieren en grote wateren worden behandeld.
Bij tijd (geschiedenis) werkt de leerkracht met thema’s, zoals van jagers tot boeren, nieuwe volken en steden en kruistochten.
In natuur en techniek leert je kind hoe voedselketens werken, hoe van graan brood wordt gemaakt en hoe geluid ontstaat door trillingen. Ook worden onderdelen van techniek geïntegreerd, zoals het bouwen van stevige constructies en het meten en voorspellen van het weer.
Bij mens en samenleving ligt de nadruk op verkeer. Je kind leert de verkeersregels toepassen, verkeersborden herkennen en begrijpen hoe het zich veilig in het verkeer kan bewegen.
Je kind spreekt misschien al een beetje Engels. Sommige scholen kiezen ervoor om daarop voort te bouwen en bieden vanaf groep 5 of 6 Engelse les aan. In groep 6 ligt de nadruk vooral op luisteren, spreken en het uitbreiden van de woordenschat. Zo leert je kind zich steeds beter uit te drukken in het Engels.
Daarnaast staat in groep 6 het oriënteren op jezelf en de wereld centraal. Alle zaakvakken dragen hieraan bij door kinderen meer inzicht te geven in hun omgeving, geschiedenis en de natuur. Deze kennis wordt in groep 7 en 8 verder verdiept, zodat je kind stap voor stap de wereld om zich heen beter leert begrijpen.
Nederlands in groep 6
Het vak Nederlands bestaat in groep 6 uit vier onderdelen: schrijven, lezen, spelling en mondeling taalonderwijs.
Bij schrijven leren kinderen langere en beter opgebouwde teksten te maken. Ze letten steeds meer op zinsopbouw, spelling en het juiste gebruik van leestekens.
Lezen wordt verdeeld in twee vormen: technisch lezen en begrijpend lezen. Technisch lezen richt zich op het vlot en nauwkeurig lezen van woorden en zinnen, terwijl begrijpend lezen kinderen leert om de inhoud van teksten echt te begrijpen.
Spelling wordt in groep 6 uitdagender. De nadruk ligt dit jaar vooral op werkwoordspelling en het correct schrijven van samengestelde woorden en lastige klanken.
Ook mondeling taalonderwijs krijgt meer aandacht. Veel scholen laten kinderen filosoferen in kringgesprekken als voorbereiding op discussiëren in de bovenbouw. Daarnaast oefenen ze met het presenteren van een boekverslag of spreekbeurt, zodat ze leren spreken voor een groep en hun gedachten duidelijk kunnen verwoorden.
Technisch lezen
Bij technisch lezen is het doel dat je kind in januari op het niveau van AVI M6 (midden groep 6) leest. Dit betekent dat het teksten op een gemiddeld niveau vlot en nauwkeurig kan lezen. Tijdens de toetsperiode in januari of februari controleert de leerkracht dit. In mei of juni volgt nog een toetsronde, waarbij het streven is dat je kind het niveau AVI E6 (eind groep 6) behaalt.
Leesontwikkeling
Niet ieder kind ontwikkelt zich precies volgens het schema. Het is dus helemaal niet erg als je kind nog werkt aan een leesniveau dat hoort bij een eerdere groep. Leest je kind echter nog op het niveau van bijvoorbeeld groep 4, dan is het verstandig om aan het begin van groep 6 met de leerkracht te overleggen.
Samen kun je bespreken welke extra ondersteuning je kind nodig heeft, zowel thuis als op school. Vraag daarbij ook wat de oorzaak is dat het lezen nog wat achterblijft. Ligt het aan het tempo, of maakt je kind nog veel fouten tijdens het lezen?
Die informatie helpt om de juiste aanpak te kiezen. Een kind dat te langzaam leest, heeft namelijk andere ondersteuning nodig dan een kind dat vooral fouten maakt.
Begrijpend lezen in groep 6
In groep 6 wordt veel aandacht besteed aan begrijpend lezen, omdat dit vak de basis vormt voor bijna alle andere schoolvakken. Veel scholen gebruiken hiervoor de methode Nieuwsbegrip, die wekelijks actuele en informatieve teksten aanbiedt op verschillende niveaus.
Via het online leerlingendeel van Nieuwsbegrip maakt je kind opdrachten en leert het nieuwe woorden, waardoor zowel de leesvaardigheid als de woordenschat verbeteren.
Voor kinderen die nog moeite hebben met technisch lezen is begrijpend lezen vaak extra lastig. Zij hebben meer tijd en begeleiding nodig om de inhoud van teksten goed te begrijpen.
Een lager leesniveau kan bovendien invloed hebben op andere vakken, zoals rekenen. Dat komt doordat redactiesommen in groep 6 in complexere taal worden aangeboden en vaak uit meerdere stappen bestaan. Begrijpend lezen helpt je kind dus niet alleen bij taal, maar ook bij het beter oplossen van rekensommen en andere schooltaken.
Spelling in groep 6
In groep 6 maakt je kind grote stappen op het gebied van spelling. Het leert meer over woorden met ng/nk, au/ou en ei/ij. De woorden worden langer en ingewikkelder, waardoor goed luisteren en kijken steeds belangrijker wordt.
Er wordt ook veel geoefend met woorden waarbij klanken veranderen als ze meervoud worden gemaakt. Denk aan bedrijf – bedrijven en huis – huizen. De kennis van open en gesloten klankgroepen uit groep 5 vormt de basis voor de lessen in groep 6. Zo leert je kind bijvoorbeeld het verschil tussen woorden met i en ie, en hoe het woorden schrijft die eindigen op ig of lijk.
Dit zijn lastige categorieën, omdat de uitspraak vaak misleidend is. Je hoort bijvoorbeeld nameluk, maar schrijft namelijk. Ook leert je kind hoe het woorden met een c schrijft, terwijl je soms een s of k hoort, zoals in cijfer en insect.
Wil je weten welke spellingscategorieën in de klas aan bod komen? Vraag de leerkracht welke methode er wordt gebruikt. Op internet vind je vaak een overzicht van de categorieën per methode, zodat je thuis kunt meekijken of extra kunt oefenen.
Werkwoordspelling in groep 6
In de tweede helft van groep 6 leert je kind de basis van werkwoordspelling. Waar het in groep 5 vooral ontdekte wat werkwoorden zijn, leert het nu hoe je ze goed schrijft. Je kind oefent bijvoorbeeld met werkwoorden in de tegenwoordige tijd bij verschillende persoonsvormen, zoals ik schrijf, jij reist of zij maakt.
Ook leert het dat sommige woorden veranderen als ze worden vervoegd (zoals schrijven → ik schrijf en reizen → hij reist), en dat woorden die al op een t eindigen geen extra t krijgen (hij fluit in plaats van hij fluitt).
Werkwoordspelling vraagt veel oefening en geduld. De meeste kinderen beheersen dit pas goed tegen het einde van de basisschool. In groep 6 krijgt je kind bovendien herhaling van taalkundig en redekundig ontleden, waarmee het leert zinnen beter te begrijpen en te ontleden.
Breuken in groep 6
Een belangrijk nieuw onderdeel bij rekenen in groep 6 is het werken met breuken. Kinderen leren wat een breuk precies betekent en hoe ze ermee kunnen rekenen. Door breuken visueel te maken, bijvoorbeeld met een getallenlijn, begrijpen ze beter wat een breuk voorstelt.
Als je merkt dat je kind dit lastig vindt, kun je extra oefenmateriaal vragen aan de leerkracht. Sommige scholen geven dat niet mee, maar je kunt altijd vragen om uitleg over wat er in de klas wordt behandeld. Zo kun je thuis oefenen met opdrachten die aansluiten bij de lessen.
Daarnaast leren kinderen in groep 6 de juiste volgorde bij rekenbewerkingen, bijvoorbeeld bij sommen met haakjes. Hiervoor gebruiken scholen tegenwoordig een handig ezelsbruggetje:
Het Mooie Witte Veulentje Draaft Op en Af, wat staat voor:
Haakjes → Vermenigvuldigen → Delen → Optellen → Aftrekken.
Met deze regel leren kinderen stap voor stap welke berekening ze eerst moeten doen om tot het juiste antwoord te komen. De M (Machtsverheffen) en W (Worteltrekken) worden in groep 6 niet gebruikt.