Kortingen berekenen: zo doe je dat stap voor stap

Kortingen berekenen is een praktische rekenvaardigheid die kinderen al op de basisschool leren. Of het nu gaat om een uitverkoop in de winkel, Black Friday-aanbiedingen of online shoppen, weten hoe je de prijs na korting berekent is handig én belangrijk. In deze blog leggen we stap voor stap uit hoe je kortingen berekent, geven we concrete voorbeelden uit het dagelijks leven en delen we tips om thuis te oefenen.

Wil je dat je kind direct kan oefenen? Bekijk dan onze oefenboeken rekenen met handige sommen over procenten en kortingen.

Een korting is een vermindering van de originele prijs van een product. Kortingen worden meestal weergegeven als een percentage of als een vast bedrag. Het doel van korting is om de klant een deel van het bedrag te besparen, maar het correct berekenen ervan vergt inzicht in het percentage en de juiste rekenvolgorde.

Stap-voor-stap kortingen berekenen

Het berekenen van kortingen kan eenvoudig worden opgedeeld in vier stappen:

1. Bepaal het kortingspercentage of -bedrag.
2. Bereken de waarde van de korting.
   • Percentage: vermenigvuldig de originele prijs met het percentage in decimale vorm (bijvoorbeeld 20% = 0,2).
   • Vast bedrag: trek het bedrag direct van de originele prijs af.
3. Bereken de nieuwe prijs door de korting van de originele prijs af te trekken.
4. Controleer het resultaat door het te vergelijken met een realistisch voorbeeld of een rekenmachine.

Veelgemaakte fouten bij kortingen

Kinderen maken vaak dezelfde fouten bij het berekenen van kortingen:

• Het percentage niet omzetten naar een decimaal of breuk.
• Het verkeerde bedrag aftrekken of het nieuwe totaal verkeerd berekenen.
• Te vroeg afronden, waardoor het eindbedrag niet klopt.
• Het concept van korting niet goed begrijpen: een deel van een bedrag moet worden afgetrokken, niet het gehele bedrag.

Door met eenvoudige sommen te starten en daarna complexere kortingen toe te voegen, wordt het rekenen overzichtelijk en begrijpelijk.

Tips om kortingen te oefenen

1. Begin met kleine percentages zoals 10% of 15%, voordat je hogere percentages oefent.
2. Gebruik dagelijkse voorbeelden: supermarkt, speelgoed of kledingwinkels maken de sommen concreet en tastbaar.
3. Werk stap voor stap: eerst het percentage berekenen, dan de waarde van de korting en tenslotte de nieuwe prijs.
4. Oefen in korte blokken van 5–10 sommen per keer om focus te behouden.
5. Controleer de uitkomst door terug te rekenen of een rekenmachine te gebruiken.
6. Visualiseer met geld of blokjes, zodat kinderen zien wat het percentage betekent in de praktijk.

Onze oefenbundel groep 6/7 “Rekenen met procenten en kortingen” biedt duidelijke uitleg, stapsgewijze voorbeelden en voldoende oefensommen. Voor wie extra verdieping zoekt, is de Doorlopende oefenbundel groep 6–7 een uitstekend vervolg.

Veelgestelde vragen over kortingen berekenen

1. Vanaf welke groep leren kinderen kortingen berekenen?
Meestal vanaf groep 6, soms eerder afhankelijk van het tempo van de klas en de methode.

2. Wat is het verschil tussen percentage korting en vast bedrag korting?

• Percentage: een deel van de originele prijs wordt verminderd.
• Vast bedrag: een concreet bedrag wordt direct van de originele prijs afgetrokken.

3. Hoe kan ik controleren of mijn kind de korting correct heeft berekend?
Laat je kind de korting berekenen, aftrekken van de originele prijs en het resultaat vergelijken met een realistisch voorbeeld of rekenmachine.

4. Wat als mijn kind fouten blijft maken?
Begin met eenvoudige sommen en concrete voorbeelden uit het dagelijks leven. Gebruik onze oefenboeken voor structuur en vertrouwen.